Zo´n drie jaar geleden was één van onze koeien na het kalveren niet zo fit. Iemand adviseerde ons toen om het kalf bij de koe te laten zodat de koe een drijfveer had om weer actiever te worden. Dit bleek te werken en zette ons aan het denken. Inmiddels zijn we ruim een jaar over op een volledige familiekudde.

We zijn bezig ons huidige, traditionele melkveebedrijf te ontwikkelen naar een veehouderij in balans met de natuur, de omgeving en onszelf. Hierbij werken we aan dierenwelzijn, willen we bijdragen aan de natuur en het landschap, en proberen we een economisch rendabel bedrijf te zijn. We zitten ruim vijfentwintig jaar in de melkveehouderij en met onze honderdvijfentwintig melkkoeien was het een flinke stap om over te gaan naar dit nieuwe systeem. De ligboxenstal voor tweehonderd koeien gebruiken we nu bijna niet meer. Ook zijn we gestopt met onthoornen en proberen we bij ieder perceel een stuk bos te vinden waar het vee kan schuilen. De kudde proberen we namelijk zo veel mogelijk buiten te houden en aangezien het bedrijf hoog ligt en een droge zandgrond heeft, dat kan dus prima.

“We zijn dan ook opzoek naar een manier hoe we het houden van familiekuddes economisch rendabel kunnen krijgen.”

Het is erg mooi om te zien hoe kalveren zich gedragen wanneer ze bij hun moeder lopen. Er is meer overzicht op het bedrijf, de kalveren zijn veel actiever en hebben een betere weerstand. Voorheen gingen de stierkalveren – net als bij andere melkveebedrijven – binnen een maand weg, ook als ze nog bij hun moeder liepen. Tegenwoordig houden we alle kalveren zelf. Wanneer ze een vier a vijf maanden oud zijn krijgen ze een antidrinkring in om ze vervolgens na een maand te scheiden van hun moeder. Dit doen we omdat ze teveel melk weg drinken en door de omheining heenlopen en er onderdoor glippen. Aangezien melk onze bron van inkomsten is dit scheiden noodzakelijk. Deze afhankelijkheid van melkproductie vinden ook wij lastig. We zijn dan ook opzoek naar een manier hoe we het houden van familiekuddes economisch rendabel kunnen krijgen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door zelf te gaan zuivelen of door ons eigen vlees te vermarkten.

Er komen veganisten langs die onze melk wél willen drinken en er is zelfs een vegetariër die ons vlees wel wil verkopen. Wat dat betreft liggen ook daar kansen. Naast deze hele omschakeling willen we onze passie en ambities uitdragen en overdragen. Het op gevoel boeren en anderen mee laten beleven is onze uitdaging. Een plek aanbieden waar mensen het boerenleven kunnen ontdekken en waar ze een manier van veehouden zien die bij ons past. Voor de koeien denk ik dat dit systeem echt beter is. Het is alleen zeker niet voor iedereen weggelegd, je moet het vanuit je hart willen.